Het beheer van het watersysteem bestaat uit drie onderdelen: Het oppervlaktewater: Het onderhoud van het oppervlaktewater bestaat uit het periodiek maaien van sloten, watergangen en regenwaterbuffers en het open houden van duikers. Het vrijkomend maaisel wordt deels afgevoerd en deels op de percelen achtergelaten. De helft van de onderhoudskosten komt ten laste van de gesloten exploitatie riolering, het restant komt ten laste van de begroting. Het grondwater: In enkele wijken zijn voorzieningen aanwezig die van belang zijn voor de beheersing van de grondwaterstanden. Het onderhoud beperkt zich tot de daarvoor aangelegde installaties. Vijvers: Een enkele vijver, een deel van de sloten en de regenwaterretentiebekkens en de voorzieningen voor de grondwaterstanden binnen het stedelijk gebied zijn van belang voor de zorg voor hemel- en grondwater binnen het stedelijk gebied. De kosten voor het onderhoud en in stand houden van deze voorzieningen zijn afgedekt binnen het GRP. |