Deze paragraaf bevat zes financiële kengetallen weerstandsvermogen die elke gemeente verplicht moet opnemen. Kengetallen kunnen helpen bij de beoordeling van de financiële positie van een gemeente en maken het mogelijk gemeenten onderling te vergelijken.
In het volgende overzicht worden de financiële kengetallen kort toegelicht. Vervolgens worden de Deurnese waarden van deze kengetallen berekend.
Rekening | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | |
---|---|---|---|---|---|---|
Kengetallen | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
Netto schuldquote | 35% | 63% | 48% | 45% | 44% | 36% |
Netto schuldquote gecorr voor alle verstrekte leningen | 35% | 60% | 46% | 43% | 42% | 33% |
Solvabiliteitsratio | 22% | 26% | 26% | 29% | 30% | 32% |
Structurele exploitatieruimte | -5,8% | 0,5% | 0,0% | -0,4% | -0,2% | 0,0% |
Grondexploitatie | 5% | 4% | -3% | 1% | 2% | 1% |
Belastingcapaciteit | 113% | 113% | 116% | n.n.b. | n.n.b. | n.n.b. |
Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de totale baten en zegt iets over de mate waarin de schuld van de gemeente met het inkomen kan worden gedragen. De VNG hanteert voor de schuldquote de volgende norm: onder de 100% is goed, tussen de 100% en 130% is matig en boven de 130% is onvoldoende. Wanneer de netto schuldquote te hoog is, betekent dit dat de rentelasten en de aflossingen die de schulden met zich mee brengen te zwaar drukken op de begroting. De begroting wordt hierdoor namelijk minder flexibel en er is dan geen ruimte meer om te investeren. Voor Deurne vertoont het percentage van 2021 tot en met 2024 een dalende lijn en is goed. De grote daling in 2021 is te verklaren door de aflossing van de geldleningen voor de glastuinbouw in 2020.
Gezien de stelregel bij de netto schuldquote “Hoe lager, hoe beter”, zien de beide netto schuldquotes (ongecorrigeerd en gecorrigeerd) er voor de gemeente gunstig uit. De percentages van 48% en 46% in 2021 liggen namelijk fors lager dan het gemiddelde voor gemeenten in de inwonersklasse 20.000 tot 50.000 inwoners. De beide netto schuld-quotes gaan dalen in de periode 2021-2024 en verhouden zich gunstig tot het eerder genoemde gemiddelde in Nederlandse gemeenten.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft de verhouding tussen het eigen vermogen (reserves) en het totale vermogen weer van een gemeente. Het gaat erom inzicht te krijgen in de mate waarin de gemeente, in geval van nood, in staat is aan haar financiële verplichtingen (vooral de verschaffers van vreemd vermogen) te voldoen. Hoe hoger dit percentage, hoe beter. Een percentage van 26% wil zeggen dat 26% is gefinancierd met eigen vermogen en 74% met vreemd vermogen. De ratio verbeterd in de periode 2021-2024 door een afname van het vreemd vermogen (leningen).
Kanttekening bij deze ratio is dat onderhoudsvoorzieningen ook tot het vreemd vermogen worden gerekend en de ratio daarmee negatief beïnvloedt. Het hebben van dergelijke voorzieningen is juist een teken dat het onderhoud planmatig wordt uitgevoerd en daarmee een teken dat een gemeente goed “in control” is. Als in Deurne het onderhoud (voor wegen en gebouwen) niet via een voorziening wordt gedekt maar via een reserve, zou de solvabiliteitsratio een paar procenten hoger uitkomen.
Het landelijk gemiddelde voor het solvabiliteitspercentage is voor 2021 met 31,9% iets hoger dan het berekende percentage voor de gemeente Deurne. Het Deurnese percentage vertoont in de jaren 2021-2024 naar verwachting een licht stijgende lijn en gaat in 2024 het landelijk gemiddelde benaderen. De solvabiliteitsratio ontwikkelt zich gunstig .
Structurele exploitatieruimte
De structurele exploitatieruimte wordt berekend door het saldo van de structurele baten en lasten af te zetten tegen de totale baten. De structurele begrotingsruimte 2021 is nihil. In de periode 2022-2023 is deze zelfs negatief, d.w.z. er zijn begrotingstekorten. In 2024 is naar verwachting de exploitatieruimte weer nihil.
Grondexploitatie
Voor elke gemeente is de grondpositie (de boekwaarde van de grond) een risico. De boekwaarde van de gronden geeft weer of een gemeente veel middelen heeft gestopt in haar grondexploitatie. Dit geld moet namelijk ook nog terugverdiend worden met de verkoop. Deurne is de afgelopen jaren bewust geweest van de grote risico’s die de omvangrijke portefeuille met zich meebrengt. Om deze reden wordt de portefeuille ook gestaag afgebouwd. Dit past dan ook bij het beleid, meer faciliterend dan actief en dus minder risicodragende projecten.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit wordt berekend door het totaal van het tarief van riool, afval en OZB (woonlasten) voor een gemiddeld gezin af te zetten tegen het landelijk gemiddelde.
Een percentage van 116% wil zeggen dat in Deurne de woonlasten 16% hoger zijn dan het landelijk gemiddelde. Omdat de belastingtarieven niet bekend zijn voor de jaren 2021 en verder, zijn van deze jaren geen gegevens opgenomen. De belastingcapaciteit stijgt mogelijk met 3% t.o.v. het begrotingsjaar 2020.
Deze norm is een andere dan de “onbenutte belastingcapaciteitsnorm”. De daar berekende waarde geeft aan hoeveel de OZB-baten nog kunnen stijgen als wordt uitgegaan van de zogenaamde “artikel 12-norm”. In de artikel 12-norm is het uitgangspunt dat de OZB-tarieven opgehoogd kunnen worden tot 120% van het gewogen landelijk gemiddelde OZB tarief.
Conclusie
De afgelopen jaren lieten de kengetallen al een positieve ontwikkeling zien. Naar de toekomst toe wordt deze ontwikkeling voortgezet, voorzichtig kan gesteld worden dat de financiële positie van de gemeente zich gunstig blijft ontwikkelen.